PORIT-Egalisatiekorrels. Nieuw op de renovatiemarkt.
01/02/2008Door toenemende ouderdom eisen gebouwen extra aandacht om de woonwaarde te behouden, te verbeteren en aan te passen aan de huidige eisen voor energie bewust en gezond wonen. Voor deze opgave - of het daarbij om renovatie van het gehele gebouw, om een nieuwe binnenindeling of om een uitbreiding van het gebouw betreft - biedt het PORIT cellenbeton-systeem individuele oplossingen.
Sinds kort vult een nieuw product de toepassingsmogelijkheden aan : de PORIT-Egalisatie-korrel. Deze zijn als droge egalisatiekorrels op diverse terreinen inzetbaar en vooral daar waar hoge eisen aan de constructies gesteld worden betreffende geluidsisolatie, brandwerendheid en warmte-isolatie.
De egalisatiekorrels bestaan uit minerale cellenbetongranulaat, die een zogenaamde "Downcycling" ondergaan hebben uit hoogwaardige, klein gebroken cellenbeton van productieafval en recyclingmateriaal. Volgens DIN 4102 valt het granulaat onder bouwstofklasse A1, niet brandbaar, en heeft met een warmtegeleidingscoëfficiënt van
λR = 0,09 W/mK een hoge isolatiewaarde. Op grond van de ideale korrelgrootte van
0,2 tot 8 mm, het ruwe korreloppervlak en een gewicht van ca. 400 kg/m³ kunnen oneffenheden van min. 10 tot max. 100 mm. ( komt overeen met de toelaatbare storthoogte ) geëgaliseerd worden en bieden daardoor een hoge stabiliteit.
Toepassingsgebied en verwerking
PORIT-Egalisatiekorrels worden vooral gebruikt voor het egaliseren van ongelijke vloeren
- zowel bij renovatie alsook bij nieuwbouw - of voor het aanpassen van bestaande vloerhoogtes onder droge dekvloerelementen en houten vloerdelen. Door het geringe gewicht van het granulaat ( ca. 20 kg/50-l-zak ) is het uitermate geschikt als vul- of isolatiekorrels op en in houten balklagen. Daarbij zal eerst een gewapend dampdoorlatende folie/papier tegen het weglopen van de egalisatiekorrels aangebracht worden. Dit vermindert het gevaar dat de egalisatiekorrels door kieren, noestgaten of later tijdens het nadrogen van de balklaag wegloopt. Vervolgens wordt een dekvloer-randisolatiestrook aangebracht waarna de egalisatiekorrels direct op de droge ondergrond worden opgebracht en met een rei geëgaliseerd. Installatieleidingen aan te brengen met een minimale dekking boven de leidingen van 10 mm. Bovendien moet men rekening houden met een mogelijke naverdichting van ca. 5%. Tijdens het verleggen van de droge vloerdelen moet men erop letten de PORIT-Egalisatiekorrels niet te belopen. Op grond daarvan adviseren wij om zogenaamde opstapeilanden van vloerdeelreststukken aan te brengen voordat deze pasklaar op de egalisatiekorrels geplaatst worden. Bij elke verwerking zijn -ongeacht dit verwerkingsadvies- de verwerkingsvoorschriften van de vloerdelen producent aan te houden.
Betonoppervlakken met grondcontact ( grondplaten ) of gelijkwaardige constructies zijn overeenkomstig DIN 18195-4 tegen opkomend vocht te beschermen.